I saw a dead man win a
fight
Na de begrafenis van Fortuyn heb ik deze brief bij Gerard Spong in de bus
gegooid:
Geachte heer Spong.
Een democratie waar de regering, omringd door lijfwachten, bij de begrafenis
van een uit de weg geruimde oppositieleider op de voorste rij zit, om
vervolgens de kathedraal via een achterdeur te verlaten, is opgehouden een
democratie te zijn. Mijn laatste hoop is op u gevestigd.
U bent volgens mij de enige die moedig, schrander, welbespraakt en bovenal
waarheidslievend genoeg is om de fakkel over te nemen. Ik doe, uit naam van de
persvrijheid, een dringend beroep op u om uw diensten aan te bieden aan de
lijst Fortuyn. Als kandidaat-minister bijvoorbeeld. Mijn stem heeft u.
Met de meeste hoogachting,
P. Hemelrijk
Ze zeggen wel eens dat Kok "de regie kwijt is", maar bij de
begrafenis van zijn aartsvijand had hij de touwtjes weer stevig in handen, ere
wie ere toekomt. Tot in de preek van de bisschop en de lijkrede van de broer
herkende je zijn vale klerkenjargon. "...de overigens begrijpelijke
woede en boosheid, die niet mag ontaarden in geweld..."; de vermaning
om, net als de barmhartige Samaritaan, solidair te zijn met onze
medemensen in vreemde gebieden, die geteisterd worden door honger en
oorlog..." Het leek waarachtig wel of het overbekende PvdA-standpunt
inzake immigratie zelfs híer nog aan de man moest worden gebracht. De
tekst van de broer was, zo te zien, tevoren door de RVD aan de pers uitgedeeld.
Maartje van Weegen liet zich in haar zenuwen ontvallen dat "de broer van
Fortuyn, die in overleg met het kabinet..." "...deze plechtigheid
heeft georganiseerd", vulde ik aan. Maar ze maakte haar zin wijselijk niet
af. Ik heb overigens niet de indruk dat die broer veel in te brengen heeft
gehad, te oordelen naar het feit dat de ereplaatsen in de kerk waren ingeruimd
voor Fortuyns grootste aartsvijanden. Bob Smalhout kreeg van de bisschop te
horen dat hij geen lijkrede mocht houden voor zijn vriend, "omdat er was
gekozen voor slechts één spreker". (Eveneens in overleg met
het kabinet, neem ik aan).
Moet u horen. Fortuyn zijn lijk was maandag nog niet koud, of NOVA belde op.
Maandenlang had ik zitten hopen op een kans om het in één van hun
praatprogramma's op te mogen nemen voor Fortuyn. Maar niemand vroeg me. Terwijl
ik toch behoorlijk onorthodoxe dingen schreef. En nu was ik ineens welkom om
aan hun schijnheilige in memoriams mee te komen werken. Ik heb ze laten weten
dat ik nooit meer iets met de Hilversumse media te maken wil hebben, omdat ik
ze medeverantwoordelijk houd voor wat er is gebeurd; dat ze dit varkentje nou
óók maar moeten wassen met behulp van hun vaste stamgasten Bram
Peper, Hans van Mierlo, Boudewijn Büch, Maurice de Hond, Elsbeth Etty,
Felix Rottenberg, Hubert Smeets, Jort Kelder, Willem Breedveld, Hans Wansink,
Mark Kranenburg, Stefan Sanders, Joost Zwagerman, Marcel van Dam, Frits
Abrahams, Rob de Wijk, Youp van 't Hek en Freek de Jonge. Dat ik
spúúg op hun talkshows, en dat ik mezelf een dure eed heb
gezworen om nooit meer één voet in hun tv-studio's te zetten, zo
lang als ik leef. (Vrijdag hoorde ik iemand, ik geloof dat het de
massapsycholoog Henri Beunders was, pleiten voor een parlementaire
enquête over de rol van de pers in de affaire-Fortuyn. Het zal mij een
waar genoegen zijn daar mijn hart te luchten als het ooit zover mocht komen.
Maar dan zullen ze me wel wéér niet uitnodigen.).
Ergens in het huis van Fortuyn zwerft nog een fax rond, die ik maandagmiddag
naar hem had opgestuurd. Het was een kopie van de laatste Intomart-peiling, die
voorspelde dat de lijst Fortuyn de grootste partij zou worden. In de marge had
ik gekrabbeld: "Zul je voortaan héél voorzichtig zijn op
straat? Ik houd nu rekening met aanslagen." Een uur later was ie dood. Ik
meld het maar even; dadelijk denkt de politie nog dat het een dreigement was,
of dat ik van die aanslag heb afgeweten.
En dan te denken dat ik al de koning te rijk zou zijn geweest als Pim Fortuyn
de kans had gekregen om één zetel in de kamer te veroveren,
teneinde de oppositie in dit land weer een échte stem te geven. Meer
verlangde ik niet. Een kinderhand is gauw gevuld.
U realiseert zich toch hopelijk wel waaróm ze het nu op het Binnenhof zo
in hun broek doen? Als de kandidaten van de lijst Fortuyn zoveel zetels halen
dat zij in de regering doordringen (en daar ziet het wel naar uit), dan krijgen
zij niet alleen toegang tot de notulen van de ministerraadvergaderingen van de
afgelopen maanden, maar ook tot de dossiers van de BVD. En ik vrees dat deze
demissionaire regering geen middel zal schuwen om dat te verhinderen.
Donderdagmiddag - de dag voor de begrafenis - ben ik naar Rotterdam gegaan,
omdat de 3 publieke zenders in alle talen zwegen over de tienduizenden
mensen die daar voor de kathedraal waren samengedromd om langs de kist te
defileren (wachttijd: 3,5 uur). Pas in het NOS Journaal, dat blijkbaar de
exclusieve rechten had verworven, doken de eerste beelden op. Het is
onvoorstelbaar, maar terwijl zich in Rotterdam het grootste wereldnieuws uit de
Nederlandse parlementaire geschiedenis voltrok, schotelden Nederland 1 2 en 3
ons voetbal, natuurfilms en spelletjesprogramma's voor. En - geloof het of niet
- een oude aflevering van De Kloof, waarin Kok op de bekende onderdanige wijze
werd geïnterviewd door Paul Witteman. CNN proberen dan maar. "Nou
moet ik toch waarachtig", dacht ik bij mezelf, "mijn toevlucht nemen
tot een buitenlandse zender om erachter te komen wat er in Rotterdam
gaande is. Het lijkt goddomme wel oorlog".
Bij de dranghekken op de Mathenesserlaan raakte ik aan de praat met een
verslaggever van de Observer, die het schouwspel verbluft stond gade te slaan.
Het verbaasde hem vooral dat er in geen velden of wegen camera's te bekennen
waren, behalve dan een ploeg van TV Rijnmond (die overigens door de politie
niet werd doorgelaten). "Apparently", zei ik vals, "the Dutch
public broadcasting corporations consider this a local event".
Samen wandelden we langs de queuende Rotterdammers. "Wat staat er op die
vlag?" vroeg de Observer. "Stop Left-wing Dictatorship",
vertaalde ik. "Hoe zou je deze bijeenkomst willen beschrijven?" vroeg
de Observer. "Als een massale en vernietigende motie van wantrouwen van
het Nederlandse volk aan het adres van de Nederlandse regering", zei ik.
"Mij doet het denken", zei de Observer dromerig, "aan de tijd
dat ik nog correspondent was in het Oostblok. En aan een gedicht op een oud
Schots oorlogsmonument, dat gewijd is aan de famous battle of Otterburn. Ik zal
het even voor je opschrijven:
|